Aanleg/aanleggen

Wat is aanleg/aanleggen?

Aanleg/aanleggen

Aanleg of aanleggen gaat over het exact positioneren van papier in de drukpers. Je legt elk vel op precies dezelfde plek aan, zodat het drukbeeld altijd op dezelfde positie staat. Zo krijg je strak drukwerk, nette rouwen en een goed register tussen de kleuren en tussen de voorzijde en achterzijde.

Wat is aanleg/aanleggen?

Bij aanleg stuurt de pers elk vel tegen vaste aanslagen. Meestal gaat het om een vooraanleg en een zijaanleg. De grijpers pakken het vel aan de grijperrand vast en trekken het tegen deze aanslagen. Zo komt het vel telkens op dezelfde startpositie in de pers. Sensoren en camera’s controleren de passing en corrigeren waar dat nodig is. Dit proces geeft kleur op kleur een strak register en houdt de achterkant in lijn met de voorkant.

Kenmerken

  • Grijperrand. Bovenaan het vel staat een strook papier zonder beeld. Deze ruimte geeft de pers grip. Denk aan 8 tot 12 millimeter bij offset en 3 tot 5 millimeter bij veel digitale persen.
  • Vooraanleg en zijaanleg. De vooraanleg bepaalt de diepte van het vel in de pers, de zijaanleg houdt de zijkant vast. Samen geven ze een vaste nulpuntpositie.
  • Register. Alle drukkleuren en beide zijden sluiten keurig op elkaar aan. Rechte kaders en dunne lijnen blijven strak.
  • Passermerken en snijtekens. Hulplijnen buiten het nettoformaat helpen bij controle van de passing en bij het schoon snijden.
  • Consistente richting. Je kiest een vaste kop en staart en houdt die aan in de hele oplage en in herdrukken.

Toepassingen

Aanleg speelt in elk drukproject een rol. Bij sommige producten valt een kleine afwijking sneller op, bijvoorbeeld bij items met kaders, dunne lijnen of strakke nabewerkingen.

  • Visitekaartjes. Tekstblokken en kaders lopen strak langs de randen.
  • Flyers. Voor en achterzijde staan recht ten opzichte van elkaar.
  • Brochures. Binnenwerk en omslag sluiten aan, vouwen en nieten vallen netjes in het midden.
  • Stickers op rol. De print staat goed ten opzichte van de stans en past bij de gekozen wikkelrichting.
  • Enveloppen. Vensters, retouradressen en logo’s staan precies op de plek die je verwacht.

Voordelen

  • Nauwkeurig drukbeeld. Beeldpositie blijft constant over de hele oplage.
  • Strakke vouw en stans. Rillen, vouwen, stansen en boren sluiten aan op het drukbeeld.
  • Minder uitval. Minder misdruk en minder reclamatie door vaste passing.
  • Herhaalbaarheid. Herdrukken sluiten aan op eerdere oplages.

Waar let je op?

  • Afloop en veiligheidsmarge. Geef minimaal 3 millimeter afloop en houd tekst en logo’s uit de snijzone. Zo voorkom je witte randjes en afgesneden elementen.
  • Grijperwit. Laat bovenaan genoeg ruimte zonder beeld voor de grijpers. Check het vereiste formaat per techniek en papiersoort.
  • Looprichting papier. Papier vervormt minder als de looprichting past bij vouw en rillijn. Dat helpt de aanleg en geeft strakke vouwen.
  • Bestandopmaak. Zet snijtekens en passermerken aan in je PDF. Plaats geen belangrijke elementen dicht op de randen. Gebruik een consistente paginastand.
  • Dubbelzijdig drukwerk. Bepaal of je kop op kop of kop op staart nodig hebt. Controleer dit met een proef.
  • Materiaalgedrag. Denk aan rek, vocht en temperatuur. Dun of gecoat papier en synthetische materialen vragen extra aandacht voor passing.
  • Nabewerking. Stansvormen, foliedruk, pregen en spotlak vragen een zeer strakke aanleg. Stem je stramien af op de stans en op de lakplaat.

Bestellen of toepassen

Met een goede voorbereiding maak je het aanleggen eenvoudig en verklein je de kans op afwijkingen. Gebruik deze checklist bij je bestelling en opmaak.

  • Omschrijf de aanlegrichting. Noteer de kop of staart en kies aanleg aan korte of lange zijde als dat relevant is. Voor etiketten op rol geef je ook de wikkelrichting door.
  • Lever juiste markeringen. Zet snijtekens, passermerken en paginanummers aan. Lever pagina’s op ware grootte met genoeg afloop en grijperwit.
  • Controleer een proef. Bekijk een digitale proef of een plot. Let op kaders, fijne lijnen en de onderlinge stand van voor en achterzijde.
  • Houd rekening met toleranties. Reken op een kleine variatie, vaak tussen 0,1 en 0,5 millimeter, afhankelijk van techniek, papier en nabewerking.

Veelgemaakte fouten en hoe je ze voorkomt

  • Te weinig afloop. Voeg 3 millimeter afloop toe en laat beeld rustig doorlopen over de rand.
  • Krappe kaders. Geef kaders extra lucht of maak ze dikker. Zo vallen kleine variaties minder op.
  • Beeld in de grijperrand. Plaats geen belangrijke elementen in de bovenste strook die de pers nodig heeft voor grip.
  • Verschillende aanlegrichtingen in één project. Houd één aanlegrichting aan voor alle onderdelen van een set. Zo sluit alles netjes aan.

Meer weten?

Heb je vragen over aanleg of wil je advies voor jouw project. Neem contact op met De Drukwerk Specialist voor meer informatie of een offerte.