Wat is ppi pixels per inch

PPI Pixels Per Inch geeft de resolutie van een digitale afbeelding aan. Het vertelt hoeveel pixels in één inch passen. Een inch is 2,54 centimeter. In drukwerk speelt PPI een grote rol. Een afbeelding met een passende PPI toont fijne details scherp. Een te lage PPI zorgt voor zichtbare blokjes en een zachte indruk. Met een goed begrip van PPI kies je het juiste beeld voor jouw drukwerk en voorkom je teleurstellingen.

Waarom PPI belangrijk is voor drukwerk

Op een scherm kijk je naar lichtpuntjes. In drukwerk kijk je naar inkt op papier of op ander materiaal. Dat vraagt om voldoende detail in je bronbestand. PPI stuurt die detailrijkdom aan. Hoe hoger de PPI, hoe dichter de pixels op elkaar liggen. Je oog ziet dan vloeiendere lijnen en strakkere randen. Voor visitekaartjes, brochures en magazines ligt de lat hoger dan voor een abri of een spandoek. Je bekijkt klein drukwerk van dichtbij. Groot formaat bekijk je vaak van een afstand. De optimale PPI hangt dus af van formaat en kijkafstand.

PPI uitgelegd met eenvoudige rekenregels

Je kunt de afdrukgrootte inschatten door pixels te delen door PPI. De uitkomst geeft de maat in inch. Reken daarna om naar centimeter. Deel het aantal pixels in de breedte door de PPI en je hebt de breedte in inch. Herhaal dit voor de hoogte. Vermenigvuldig met 2,54 om centimeters te krijgen.

Een voorbeeld. Je hebt een foto van 4000 bij 3000 pixels. Op 300 ppi geeft dat ongeveer 13,3 bij 10 inch. Dat is ongeveer 33,9 bij 25,4 centimeter. Zet je dezelfde foto op 150 ppi, dan verdubbelt het maximale afdrukformaat terwijl de scherpte afneemt bij dichtbij kijken.

Let op bij resampling

Pas je alleen de PPI waarde aan zonder het aantal pixels te veranderen, dan verandert de kwaliteit niet. Je past dan alleen de schaal aan. Voeg je pixels toe of haal je ze weg, dan spreek je over resampling. Dat vergroot of verkleint het beeld in pixels. Voeg je pixels toe, dan vult software informatie aan. Dat kan detailverlies en artefacten geven. Start daarom met voldoende pixels en kies daarna een passende PPI.

Het verschil tussen PPI en DPI

PPI gaat over pixels in je digitale bron. DPI dots per inch gaat over inktdruppels of tonerpunten van een printer of pers. Een printer kan met meerdere kleine inktdruppels één beeldpixel opbouwen. PPI en DPI hangen samen, maar beschrijven iets anders. Voor je bestandspreparatie kijk je naar PPI. De persinstellingen en rastertechniek bepalen de uiteindelijke puntjes op papier.

Aanbevolen PPI per toepassing

Er bestaat geen één waarde die altijd klopt. Gebruik de volgende richtlijnen als startpunt. Pas ze aan op basis van het papier, de druktechniek en de kijkafstand.

• Visitekaartje, flyer, brochure, magazine. 300 ppi op het eindformaat geeft een scherp resultaat bij normaal leesafstand
• Posters tot A2 die je van dichtbij bekijkt. 200 tot 300 ppi werkt goed afhankelijk van het beeldtype
• Groot formaat zoals roll up, banner, spandoek. 100 tot 150 ppi op eindformaat is vaak genoeg door de grotere kijkafstand
• Abri en billboard. 50 tot 100 ppi kan volstaan door de zeer grote kijkafstand
• Lijntekeningen en vectorlogo. Lever bij voorkeur als vectorbestand. PPI speelt dan geen rol omdat vectors oneindig scherp schalen

Effectieve PPI in je opmaak

In opmaaksoftware zie je vaak de effectieve PPI. Dit is de PPI die overblijft na schalen in het document. Plaats je een foto van 300 ppi en schaal je die in de opmaak naar 200 procent, dan halveert de effectieve PPI naar 150. Let daar goed op. Kijk niet alleen naar de PPI in het bronbestand, maar ook naar de schaal waarmee je het beeld plaatst.

Mythes en misverstanden over PPI

• 72 ppi is niet de standaard voor scherm of web. Moderne schermen gebruiken uiteenlopende pixeldichtheden. Voor online telt vooral het aantal pixels, niet de PPI waarde
• Een hogere PPI maakt een foto niet automatisch beter. Zonder extra pixels verandert er niets. De PPI waarde is een weergave van schaal
• Opschalen redt geen onscherp beeld. Je kunt wel slimme algoritmes gebruiken, maar die voegen geen echte details toe

Tips voor het kiezen van de juiste PPI

• Begin met voldoende pixels. Fotografeer of exporteer op de hoogste praktische resolutie
• Bepaal het eindformaat en de kijkafstand. Stem daar de PPI op af
• Controleer de effectieve PPI in je opmaak. Pas de schaal aan of kies een beeld met meer pixels
• Gebruik waar mogelijk vectoren voor logo en tekst. Dat houdt alles haarscherp ongeacht formaat
• Maak een proefdruk op het juiste materiaal. Zo zie je of de scherpte voldoet

Papier, raster en PPI

Ook het materiaal speelt mee. Een gestreken papiersoort houdt details beter vast dan een ongestreken papiersoort. Fijne rasters en moderne druktechniek laten meer detail zien. Voor een ruwer materiaal zoals karton of textiel kies je daarom vaak een wat lagere PPI. Je beeld oogt dan rustiger en past beter bij de materiaaleigenschappen.

Samenvatting

PPI Pixels Per Inch beschrijft de pixeldichtheid van je digitale beeld. Het aantal pixels in je bestand plus de gekozen PPI bepalen het maximale afdrukformaat met behoud van scherpte. Let op de effectieve PPI in je opmaak en stem de waarde af op eindformaat en kijkafstand. Zo haal je het beste uit je drukwerk en presenteer je jouw beelden strak en helder.

Vragen over PPI en drukwerk

Heb je een bestand en twijfel je over de juiste PPI voor jouw drukwerk. Neem contact op met De Drukwerk Specialist voor advies of een vrijblijvende offerte. We denken graag mee over de beste instellingen voor een scherp en professioneel resultaat.